Nico Rosberg verbaasde vriend en vijand door vorig jaar na het behalen van zijn eerste wereldtitel Formule 1 aan te kondigen om per direct te stoppen met racen. Daardoor ontbreekt de regerend wereldkampioen komend seizoen op de startgrid. Dat komt niet vaak voor, maar helemaal uniek is het niet. Zes coureurs gingen Rosberg voor. Formula1.com zette ze even op een rijtje.
Juan Manuel Fangio
Nino Farina versloeg Fangio nog in 1950, maar een jaar later was de Argentijn wel de beste. Alfa Romeo, het team waar Fangio twee seizoen voor had geracet, trok zich voor 1952 terug, maar hij vond onderdak bij BRM. Het lot bepaalde anders; Fangio raakte ernstig gewond bij een crash in een niet voor het kampioenschap meetellende race op Monza. De Argentijn miste het hele seizoen 1952 en keerde pas in 1953 weer terug in de Formule 1.
Mike Hawthorn
Was het bij Fangio nog een geval van overmacht, was Hawthorn de eerste man die zelf besloot om na zijn titel zijn helm aan de wilgen te hangen. De Ferrari-coureur groeide in 1958 uit tot de eerste wereldkampioen Formule 1 uit Groot-Brittannië. Het fatale ongeluk van teamgenoot en vriend Peter Collins tijdens de Duitse Grand Prix van dat jaar greep Hawthorn echter dusdanig aan dat hij er de brui aan gaf. Hij kampte ook met wat gezondheidsklachten. De Brit kwam in 1959 om het leven bij een verkeersongeluk.
Jochen Rindt
Rindt was in 1970 de te kloppen man. Hij zegevierde in Monaco, Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland. De Oostenrijker bouwde een behoorlijke voorsprong in het kampioenschap op. In Italië sloeg het noodlot toe; Rindt verongelukte in een van de trainingen op Monza. In het vervolg van het seizoen ging niemand hem meer voorbij. Rindt werd zodoende de eerste en tot nu toe enige postume wereldkampioen in de Formule 1.
Jackie Stewart
Stewart was begin jaren zeventig een van de grote meneren in de Formule 1. In 1973 had hij al twee titels op zak en met vijf zeges dat jaar vestigde hij een nieuw record wat betreft aantal Grand Prix-overwinningen, op weg naar een derde kampioenschap. De Schot smeedde al plannen om met pensioen te gaan en door een tragedie op Watkins Glen ging hij vervroegd met pensioen. Teamgenoot en protegé Francois Cevert verloor zijn leven bij een crash op het Amerikaanse circuit, waarna Stewart er per direct een punt achter zijn actieve loopbaan.
Nigel Mansell
De besnorde Mansell was al een paar keer de titel misgelopen, maar in 1992 was het eindelijk zover. In de oppermachtige auto van Williams sleepte de Brit zijn eerste titel in de wacht. Achter de schermen speelde zijn renstal echter een politiek spelletje. Williams had voor 1993 Alain Prost vastgelegd, maar dat hadden ze niet aan Mansell verteld. Dat was niet per toeval; Mansell had bij Ferrari al samen met Prost gereden en de twee lagen elkaar niet echt. Het nieuws van de komst van Prost zorgde dan ook voor een breuk tussen Mansell en Williams. De Brit zocht zijn heil in de IndyCar en won daar in 1993 gelijk de titel.
Alain Prost
Williams leek weinig geleerd te hebben van het voorval met Mansell, want in 1993 haalde het team een soortgelijke truc uit met Prost. De Britse renstal trok Ayrton Senna aan voor 1994. Prost had voor 1993 nog een clausule bedongen waardoor Senna niet zijn teamgenoot zou zijn. Voor 1994 was die bepaling niet langer van kracht. Wetende waar Senna toe in staat was - de twee reden een paar seizoenen samen voor McLaren, en niet in goede harmonie - trok Prost zijn conclusies en beëindigde zijn loopbaan na zijn vierde wereldtitel. Daardoor stond er in 1994 voor het tweede opeenvolgende seizoen geen titelverdediger op de Formule 1-grid.
24

Larry Perkins
Posts: 47.777
@FS. Hoezo angsthaas? Rosberg heeft het grootste deel van zijn leven geracet. Ben je dan een angsthaas? Hij heeft zelf gezegd dat hij zijn doel (wereldtitel) heeft bereikt en nu verder wil met zijn leven. Helder toch? Misschien zou dat voor jou niet genoeg zijn, maar voor hem blijkbaar wel. Mag dat?