Bijnamen zijn van alle tijden en worden overal aan mensen gegeven. Dat gebeurt ook bij sporters en vooral in de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA is dat een bekend fenomeen. In de historie van de Formule 1 is er echter ook een flink aantal coureurs voorbijgekomen die een mooie bijnaam gekregen hebben. Een selectie daarvan volgt hieronder.
Kimi Raikkonen – Iceman
‘Iceman’ is de bijnaam van Kimi Raikkonen en veel toepasselijker dan dat kan ook niet. De bijnaam stamt uit de tijd van de Fin bij McLaren, waar hij op die manier genoemd werd door teambaas Ron Dennis. Zowel binnen als buiten de cockpit is Raikkonen altijd de rust zelve en hij lijkt nergens iets om te geven: of het nu om weglopen bij een interview, fotografen tegen de grond duwen of zijn team afbranden op de boordradio gaat.
Nico Rosberg – Britney
Nico Rosberg debuteerde in 2006 in de Formule 1 en bracht zijn halflange, blonde lokken mee naar de koningsklasse van de autosport. De Duitser kreeg daar Mark Webber als teamgenoot. De Australiër staat erom bekend dat hij geen blad voor de mond neemt, dus het is niet heel verrassend dat Rosbergs bijnaam ‘Britney’ (een verwijzing naar popster Britney Spears) uit de koker van hem kwam.
Andrea de Cesaris – Andrea de Crasheris
Met deelname aan 208 Grand Prix had Andrea de Cesaris een schat aan ervaring in de Formule 1. Helaas voor de Italiaan wist hij ook maar al te goed hoe het was om met zijn auto betrokken te zijn bij een incident. Zeker aan het begin van zijn carrière was hij vaak betrokken bij spectaculaire ongevallen, wat hem op de bijnaam ‘Andrea de Crasheris’ te staan.
Giovanni Lavaggi – Johnny Carwash
In de Formule 1 was Giovanni Lavaggi weinig succesvol: hij scoorde geen punten in zijn zeven optredens. Wat echter langer is blijven hangen, is de bijnaam van de Italiaan. Die luidt namelijk ‘Johnny Carwash’, wat een vrije vertaling is van zijn eigen naam (de letterlijke vertaling is John Washing).
Vittorio Brambilla – The Monza Gorilla
Niet alleen rijmde de bijnaam van Vittorio Brambilla op zijn achternaam, maar ook had de Italiaan wel iets weg van een gorilla. ‘The Monza Gorilla’ had het fysiek van een worstelaar, was sterk en af en toe te wild. Brambilla reed 74 races en had het hoogtepunt van zijn carrière tijdens de Oostenrijkse Grand Prix van 1975. Die race wist hij te winnen, waarna hij toch zijn bijnaam eer aan deed door na de finish zijn auto krom te rijden.
Daniel Ricciardo – The Honey Badger
Na het kijken van een natuurfilm met zijn personal trainer werd ‘The Honey Badger’ (De Honingdas) de bijnaam van Daniel Ricciardo. De trainer van de Australiër vond hem wel lijken op het diertje. Een van de eigenschappen van de honingdas is dat hij een onbevreesde aanval bezit. Die eigenschap bezit Ricciardo ook, dus wat dat betreft heeft zijn trainer absoluut gelijk.
James Hunt – Hunt the Shunt
Hij werd in 1976 wereldkampioen in de Formule 1, maar aan het begin van zijn carrière werd dat niet verwacht van James Hunt. In de eerste jaren van zijn raceloopbaan wist de Brit vooral op spectaculaire wijze zijn auto tot een schroothoop om te toveren. Dat leverde hem het lekkerbekkende ‘Hunt the Shunt’ (Hunt het Ongeluk) op als bijnaam.
Michael Schumacher – The Red Baron
De bekendste bijnaam van Michael Schumacher is ‘Schumi’, wat in feite een afkorting van zijn achternaam is. Een andere, minder bekende bijnaam van de Duitser was ‘The Red Baron’ (De Rode Baron). Die verdiende Schumacher door in het scharlakenrood van Ferrari maar liefst vijf keer op rij wereldkampioen te worden en heeft ook betrekking op zijn afkomst: de originele ‘Red Baron’ was de Duitser Manfred von Richthofen.
Nigel Mansell – Il Leone
Ook Nigel Mansell had meerdere bijnamen. In Groot-Brittannië, zijn thuisland, stond hij bekend als ‘Our Nige’ en in de Verenigde Staten werd naar hem verwezen met ‘Red Five’, wat bij Williams jarenlang het startnummer van de Brit was. Zijn mooiste bijnaam kreeg Mansell echter bij Ferrari. Vanwege zijn agressieve en spectaculaire rijstijl werd hij door de Italiaanse fans ‘Il Leone’ (De Leeuw) genoemd.
Niki Lauda – The Rat, The Computer
De twee bekendste bijnamen van Niki Lauda slaan op het uiterlijk en de persoonlijkheid van de Oostenrijker. Hij wordt ‘The Rat’ (De Rat) genoemd vanwege zijn uiterlijke verschijning en dan met name zijn gebit, terwijl ‘The Computer’ (De Computer) vooral slaat op de manier waarop Lauda achter het stuur zat. Daar was hij namelijk rustig en leek hij geen emoties te hebben.
Pastor Maldonado – Crashtor
De Spaanse Grand Prix van 2012 werd gewonnen door Pastor Maldonado, maar winnen is uiteindelijk niet het handelsmerk geworden van de Venezolaan. Hij stond vele malen vaker in het grind, tegen de vangrails of tegen een bandenstapel aan en dat leverde hem een toepasselijke bijnaam op: Maldonado wordt namelijk bespottend ‘Crashtor’ genoemd.
Mika Hakkinen – The Flying Finn
‘The Flying Finn’ (De Vliegende Fin) is in het verleden vaker gebruikt voor Finse autocoureurs, maar de meest succesvolle daarvan was Mika Hakkinen. Hakkinen werd een vliegende Fin nadat hij tijdens een training voor de Australische Grand Prix van 1993 letterlijk een sprongetje maakte. Met deze bijnaam werd hij in 1998 en 1999 wereldkampioen in de Formule 1 en was hij goed voor twintig zeges in een McLaren.
Jos Verstappen – Jos the Boss
Voordat Max Verstappen de succesvolste Nederlandse Formule 1-coureur ooit werd, was die eer weggelegd voor zijn vader Jos. Tussen 1994 en 2003 reed Verstappen senior in de Formule 1, met als beste resultaat twee keer een derde plaats in 1994. Daarmee werd hij in een klap Nederlands beste coureur, wat hem de bijnaam ‘Jos the Boss’ (Jos de Baas) opleverde.
Nick Heidfeld – Quick Nick
In 183 starts behaalde Nick Heidfeld dertien keer een podiumplaats in de Formule 1, waarvan acht tweede plaatsen. Toch wist de Duitser, met de toepasselijke bijnaam ‘Quick Nick’ (Snelle Nick), nooit een Formule 1-race te winnen. Zijn bijnaam kreeg hij dan ook niet omdat hij de successen aaneenreeg: de naam stamt al uit Heidfelds tijd in de Formule 3, toen zijn beste vrienden deze bijnaam op een poster plakten.
Gilles Villeneuve – High Priest of Destruction
Dat zelfs een legendarische coureur een bijnaam kan hebben die slaat op veroorzaakte ongelukken, bewijst Gilles Villeneuve. De Canadees reed altijd op de limiet en schreef regelmatig een Ferrari af. Zodoende kwam oprichter Enzo Ferrari met de bijnaam ‘High Priest of Destruction’ (Hoge Priester van Vernieling) voor Villeneuve, die zijn koosnaam iets te veel eer aandeed door zichzelf tijdens de kwalificatie voor de Belgische Grand Prix van 1982 de dood in te jagen.
Alain Prost – Le Professeur
Dat Alain Prost getalenteerd was, kan met vier wereldtitels op zijn palmares niet ontkend worden. Dat had hij te danken aan een bijzonder soepele en zuinige rijstijl, die hij kon ontwikkelen door zijn intelligentie en berekende aanpak. Die combinatie van rijstijl, intelligentie en de successen leverden Prost de bijnaam ‘Le Professeur’ (De Professor) op.
Graham Hill – Mr. Monaco
Ayrton Senna heeft de Grand Prix van Monaco zes keer gewonnen en Michael Schumacher deed het vijf keer, maar de eerste ‘Mr. Monaco’ is toch echt Graham Hill. Tussen 1963 en 1969 won de Brit vijfmaal de Monegaskische race. De zege van 1969 bleek tevens de laatste te zijn van Hill, die ook tweevoudig wereldkampioen is.
39

Larry Perkins
Posts: 47.777
Toto Wolff - Der Schleicher
Cyril Abiteboul – Franse kl..tzak ;)